Een wandeling met kunstenaar Stefan Cools

Van vuilstort naar bloemrijk grasland

Een wandeling met kunstenaar Stefan Cools

De invloed van het menselijk handelen op het landschap is voelbaar in gebieden waar zich een hevige onttrekking van mineralen aan de bodem heeft voltrokken, zoals op de zinkwitterreinen in Limmel en bij Eijsden, maar ook op minder verwachte plekken en op meer genuanceerde wijze. Al eens nagedacht over de impact van de palen die in een veld worden geslagen om een niet bestaande grens in het leven te roepen? Of over wat er gebeurt met oude dumpgronden? Weet je waar het water terecht komt dat decennia geleden op deze gronden is geregend? Of waarom je tijdens een natuurwandeling juist op vlinders moet letten? Beeldend kunstenaar Stefan Cools neemt je mee op deze wandeling door en om Bunde, langs bijzondere stukjes natuur.

Afstand: 5 km
Wandeltijd: 2 uur

Stevige wandelschoenen zijn aan te raden gezien het heuvelachtige terrein.
Bij slecht weer waterdichte wandelschoenen.

 

Al meer dan tien jaar loop ik bijna dagelijks dezelfde route door het Bunderbos: een bronnenbos met een rijke en zeldzame flora. In mijn werk als beeldend kunstenaar staat de vlinder en zijn levenscyclus centraal. Buiten dat de vlinder een enorme fascinerende metamorfose ondergaat, is hij vooral een indicator voor de staat van de natuur. Door de vele eisen die de vlinder stelt aan zijn omgeving vertelt zijn aanwezigheid ons meer over de status waarin de natuur zich op dat moment bevindt. Deze wandeling neemt je mee door een prachtig bronnenbos met bijzondere flora, over het voormalige stort en door één van de weilanden die ik samen met mijn partner Sandra van den Beuken beheer.

1. De route start bij Station Bunde. Hier is ook voldoende parkeergelegenheid. Vanaf het stationspleintje sla je rechtsaf de Spoorstraat in. Wandel rustig helemaal tot het einde en sla rechtsaf de Roggeveldstraat in. Na de spoorwegovergang loop je de Kloosterberg op. Ga de derde straat rechtsaf de Catharina Daemenstraat in. Direct na de eerste straat en na het eerste hoekhuis aan de linkerkant kun je een klein trapje aflopen. Je komt hier terecht bij een bijzondere berceau.

Een Berceau is een overdekt pad met aan weerszijden heggen die samen een tunnel vormen, vaak bij kloosters of deftige buitens. Veel berceaus zijn de afgelopen jaren verdwenen maar er zijn nog enkele bewaard gebleven waaronder deze hier in Bunde. De berceau die vroeger onderdeel was van de tuin van het voormalig kloostercomplex Huize Overbunde bestaat uit kornoelje. Als kind speelde ik rondom en onder de berceau. In die tijd was er veel minder aandacht voor, waardoor deze niet goed onderhouden werd en overwoekerde met ongewenste planten zoals bramen. Gelukkig krijgen deze relicten weer meer aandacht en worden ze tegenwoordig als belangrijk cultureel erfgoed beschouwd.

2. Eenmaal uit de berceau, sla je linksaf. Loop door de bomenlaan tot aan het Mariabeeld. Hier ga je rechtsaf en loop je over de metalen zandvanger heen. Blijf rechts aanhouden, de berg op. Aan het einde sta je opeens op een verharde weg, de Kloosterweg. Deze steek je schuin naar links over. Een onverhard pad klimt vervolgens flink omhoog. Dit pad buigt zacht naar rechts: volg het een stukje totdat de dikke oude bomen aan je linkerhand plaatsmaken voor jonge bomen met veel gras eromheen. Net voor deze jonge bomen sla je linksaf in een rechte hoek en loop je op een pad dat alsmaar rechtdoor gaat. Links zie je het bos en rechts is een open grasland met hier en daar een kleine struik of kleine boom. Welkom op het oude stort.

Bij het betreden van dit grasland, waar het in de zomer vol staat met verschillende soorten orchideeën, kan je je bijna niet voorstellen dat je over een voormalig stort loopt. Het stort in Bunde werd gebruikt door de Mosa en Sphinx om hun afval te dumpen. Er werden vloeistoffen uit tankwagens gelost. Het stort werd gesloten, met daarna in 1987 nog de korte opleving van de angst voor een heropening! Gelukkig kwam men daarop terug. Uit onderzoek was immers naar voren gekomen dat het oppervlaktewater in de omgeving rondom het stort grote concentraties cadmium, een bijproduct van de oude zinkwinning, en andere zware metalen bevat. Door de verontreiniging stierf het plantenleven dat door bronnen uit dit gebied van water werd voorzien geheel af.  

Vanaf 1988 is men gaan werken aan het opruimen uit deze nalatenschap van het verleden en onderzoeken wat de beste strategie was zodat verontreiniging van de omgeving zou stoppen. Uiteindelijk is het verontreinigde water weggepompt en wat nu nog doorsijpelt naar de bodem wordt via een riool afgevoerd naar een zuiveringsinstallatie. De bovenlaag is hier voorzien van zand en een paar isolerende lagen. Omdat er geen grote bomen op mogen groeien, die door de beschermlagen heen zouden reiken met hun wortels en ze daardoor zouden beschadigen is er speciaal beheer op dit terrein.

Doordat ik al jaren door dit gebied wandel en alles vastleg wat ik tegenkom van flora en fauna, met een focus op vlinders, heb ik het stort zien ontwikkelen tot een gebied met verschillende bijzondere soorten. Het maaien en afvoeren om verandering van het grasland in het bos te voorkomen heeft het gebied omgevormd in een bloemrijk grasland en zo ruimte gegeven voor natuurontwikkeling. Ik vermoed dat de aangebrachte aarde de grond ook al schraal heeft gemaakt. Hier gedijen dan juist de kruiden die bij een bloemrijk grasland horen erg goed. Vandaar de relatief snelle ontwikkeling van de natuur in dit gebied. Buiten diverse soorten planten zoals orchideeën en echt duizendguldenkruid komen er ook veel insecten voor. Waaronder de spaanse vlag, een zeldzame vlindersoort.

De spaanse vlag floreert in deze omgeving dankzij de aanwezigheid van de waard en nectarplanten en door de verschillende type habitats op een korte afstand van elkaar. In dit gebied zijn twee type microhabitats die de vlinder in verschillende fases van zijn leven nodig heeft, aan de ene kant het relatief schaduwrijke en vochtig microklimaat voor de rupsen en aan de andere kant het droge en warme microklimaat voor de vlinders. De aanwezigheid van koninginnenkruid is ook een belangrijke factor waarom de spaanse vlag het hier naar zijn zin heeft.       

3. Op het stort loop je rechtdoor, parallel aan de bosrand. Het pad buigt straks vanzelf naar rechts. Volg de bocht en blijf over het veld wandelen. Blijf het pad volgen tot de uiterste hoek, ga bij de T splitsing naar rechts. Je blijft dus op het stort (dit pad kan deels overgroeid zijn): je maakt als het ware een lus over het oude stort. Blijf het pad volgen, ook waar het een zachte knik maakt. Aan het einde zie je dat je terug bent op het pad waar je eerder al was, toen je afsloeg naar het oude stort. Vervolg het pad linksaf en loop het bos in. Op de T-splitsing sla je rechtsaf. Links van je zie je een groot gat van de oude kiezelgroeve waar nu water in staat. Je loopt hier rechtdoor totdat je het draaipoortje tegenkomt. Hier ga je doorheen en je gaat direct naar links. Hier heet het Op ’t Rentelen.

Vanaf het begin van de zomer 2021 pacht ik samen met mijn partner Sandra van den Beuken en onze stichting The Butterfly House dit perceel van 1,3 hectare van de Provincie Limburg. We gaan dit omvormen naar een ecologisch, bloemrijk grasland met een ander verdienmodel. Eentje waarbij niet de mens maar de natuur voorop staat. De afgelopen jaren hebben wij vanuit de uit mijn werk voortgekomen Stichting The Butterfly House projecten in de openbare ruimte gedaan. Van vlindertuinen tot bloemenvelden in samenwerking met universiteiten, kunstopleidingen, burgeronderzoekers en buurtbewoners.

Onze plannen bestaan uit een combinatie van kunst en natuurontwikkeling waarbij de kennis over het landschap centraal staat, met de bedoeling om oude landschapselementen terug te brengen die we op oude kaarten van het perceel Op ‘t Rentelen vonden. Denk aan: hoogstambomen en struweel om een betere overgang tussen bos en weiland te creëren zodat er meer een geleidelijke mantelzoom ontstaat. Steilranden voor solitaire bijen en hommels. Het doortrekken van meidoornhagen en het inbrengen van bloemrijk grasland, alsook het aanbrengen van nestkasten voor uilen en roofvogels. De oogst uit het veld zal naast de meer gebruikelijke zaken als fruit ook bestaan uit kruidenrijk hooi. Dit is geliefd bij de foeragehandel voor paardenbezitters.

Daarnaast oogsten we ook voor mijn eigen werk: grote museale werken, installaties en tentoonstellingen. Omdat voor ons participatie binnen de projecten van onze stichting belangrijk is, hebben we nu ook de kans om in het veld samen te werken met andere organisaties om bijvoorbeeld zeis- en snoeicursussen te gaan geven. De mensen uit de omgeving van het veld gaan we uitnodigen om te komen helpen bij het plukken van het fruit en het verwerken ervan. Uiteraard betrekken we ook wetenschappers bij het onderzoek naar het omvormen van het grasland naar bloemrijk grasland. Het hele project zal mijweer nieuwe kansen bieden om meer publicaties en kunstenaarsboeken uit te brengen.

Vanuit Very Contemporary, een netwerk van instellingen voor hedendaagse kunst in de Maas-Rijn Euregio, waar Bureau Europa ook een onderdeel van is, ben ik gevraagd om deel te nemen aan het tentoonstellingsprogramma van 2021. Hiervoor heb ik het werk ‘Prikkeldraad vegetatie’ gemaakt, dat je midden in het weiland ziet staan. Een werk dat gaat over tijd, grenzen, het landschap en ecologische processen.

Het werk is voortgekomen uit een onderzoek dat ik al langer doe naar prikkeldraadvegetatie. Onder prikkeldraad groeit een unieke flora die een eigen habitat vormt. Vaak zitten hier bijzondere soorten planten bij. Onder de prikkeldraad laten de grazers de vegetatie staan en kan er ook niet gemaaid worden. Er vindt daarom geen bodemverstoring plaats. Daarmee ontstaat er een bijzondere biotoop. De weidepalen die de prikkeldraad op zijn plaats houden, zijn vaste bakens in het landschap en vertellen er daardoor ook veel over. Maar ook de weidepalen zijn zelfstandige biotopen, met mossen, korstmossen en andere kleine vegetatie. Voor veel insecten zijn de weidepalen tevens plekken om op te warmen. Veel soorten vlinders gebruiken deze dan ook om op uit te rusten en energie op te doen door de vleugels naar de zon uit te vouwen om daarna weer de weg te kunnen vervolgen. Voor de steenuil is het een uitkijkplek bij de jacht op insecten.

De ‘Prikkeldraad vegetatie’ is een autonoom kunstwerk. De prikkeldraad zal niet aangesloten worden op al aanwezige prikkeldraad of aan andere vaste elementen zoals hagen en bomen. Daardoor vervalt zijn oorspronkelijke toepassing en functionaliteit, het afbakenen van een gebied, en zal hij als autonoom werk dienen. De QR-code die je bij het werk ziet, geeft meer informatie over het kunstwerk.   

4. Wandel rustig verder over het pad totdat je aan het volgende ijzeren draaipoortje komt. Hier ga je door de oude fruitweide en weer op het einde door een draaihekje. Sla linksaf en ga links de onverharde weg op, de Trentelenweg. Aan het einde van deze weg met aan weerszijden fruitbomen loop je rechtsaf de verharde straat op, de Kasennerweg. Deze loop je uit, daarna linksaf de Wonkelestraat in. Wanneer de weg negentig graden naar rechts afbuigt, zie je aan je linkerhand een poort met een wit, gemetseld muurtje. Hier stap je omhoog en vervolg je de weg op dit smalle Lochterveldvoetpad. Halverwege kom je opnieuw een poortje tegen en blijf je alsmaar rechtdoor lopen totdat je aan de grote weg uitkomt. Hier ga je door een derde poortje en steek je recht de weg over om vervolgens door alweer een poortje de wei in te lopen. Het pad loopt dwars door de wei en langs een solitaire kersenboom. Wandel aan het einde door het hekje en ga direct links. Hier vervolg je je weg rechtdoor. Na de wei links zie je aan het einde een voetpad dat naast de wei ligt: laat dit gerust links liggen. In plaats daarvan loop je over het pad rechtdoor en naar beneden het bos in. Uiteindelijk sla je het tweede pad links in. Tenslotte kun je vanaf dit pad het spoor voor je zien liggen.

Van kinds af aan kom ik al in het Bunderbos. Hierdoor ken ik alle paden en bijna alle vegetatie uit mijn hoofd. Het Bunderbos bestaat uit verschillende delen, waaronder het Lagebos en het Hogebos. Het is vooral geliefd om zijn voorjaarsflora die horen bij een bronnenbos, zoals de bosanemoon, gele anemoon, het bosviooltje en pinkersterbloemen waarop in het voorjaar de vlinders van het soort oranjetipjes te zien zijn, net als het zeldzame paarbladig goudveil. In de schemering kom je er dassen en reeën tegen. Maar de meest bijzondere inwoner is de vuursalamander. Vroeger zat er een hele grote populatie langs het spoor maar de laatste jaren is deze sterk afgenomen door een schimmelziekte onder de vuursalamanders. Onderweg kom je tientallen bronnen tegen waarvan het water soms al meer dan vijftig jaar eerder boven op het plateau is gevallen en zijn weg via de bodem heeft gezocht om daarna via de bronnen weer zichtbaar te worden.

 

Hier sla je linksaf en loop je alsmaar parallel aan het spoor totdat je op de verharde weg komt. Op deze verharde weg, de Boschweg, loop je door tot aan de spoorwegovergang en daar ga je rechtsaf het spoor over de Roggeveldstraat in. Daarna neem je de eerste straat links, de Spoorstraat, in en kom je op het beginpunt van je wandeling uit.

Dank aan Fred Erkenbosch voor de informatie over de geschiedenis van Bunde